Nederlandse vereniging voor groepsdynamica en groepspsychotherapie
Home / Research groepstherapie / Hoe groepstherapie werkt / The Clinician Researcher Gap

Can the Clinician-Researcher Gap be Bridged?

Horneland M., Børnes D.S., Høbye K., Knutsen H., Lorentzen S. (2012). Can the Clinician-Researcher Gap be Bridged? Experiences from a Randomized Clinical Trial in Analytic/Dynamic Group Psychotherapy. Group Analysis, 45, 84-98.

Verslaggever Willem de Haas

Van 2004 tot 2008 is in Noorwegen, onder leiding van groepstherapeut Professor Steiner Lorentzen, een Randomized Clinical Trail (RCT) uitgevoerd naar de effectiviteit van kort- en langdurige psychodynamische groepspsychotherapie. Negen therapeuten en hun behandel coördinatoren deden mee aan deze RCT. Iedere therapeut deed twee groepen, een kort- en een langdurige groep. In dit artikel worden de ervaringen van de therapeuten besproken.

De therapeuten beschrijven dat ze het inspirerend vonden om mee te werken aan dit onderzoek, omdat ze verwachtten dat de resultaten van de studie relevante informatie kon opleveren over de indicatiestelling bij kort- en langdurige groepstherapie. De therapeuten hielden zich aan een treatment manual (Lorentzen, 2012), maar ervoeren daarin veel vrijheid om de groepstherapie te doen zoals ze dat al gewend waren. Ze kregen een kant-en-klare groep maar hadden zelf de verdere regie over de start van de groep. Ze beschrijven de ervaring in de groep als vergelijkbaar met de groepen die ze normaal deden, maar kwamen ook een aantal ingewikkeldheden tegen, o.a.:

  • Door at random toewijzing hebben cliënten niet zelf gekozen voor een therapie van 20 of 80 sessies. Een aantal cliënten heeft hierdoor langer in de groep gezeten dan ze wensten, anderen juist korter. Sommige therapeuten vonden dat dit het groepsproces soms belemmerde.
  • De therapeuten moesten werken met groepen die voor hen samengesteld werden waardoor sommige therapeuten de balans van cliënten in de groep niet ideaal vonden.
  • Audio opnames bleken voor de cliënten geen obstakel, maar sommige therapeuten vonden dit wel vervelend.
  • Het regelmatig invullen van vragenlijsten en daar als therapeut achteraan moeten zitten werd als vervelend ervaren.

De opzet van het onderzoek stond op sommige aspecten dwars op hoe therapeuten het liefst werken in de klinische praktijk. Dat maakt het uitvoeren van onderzoek, bijvoorbeeld een RCT, lastig.

Wat betekent dit voor de nvgp?

Artikel kan behandelaars prikkelen tot nadenken over hun houding ten opzichte van wetenschappelijk onderzoek in de klinische praktijk

Relevantie voor richtlijnenO O O O O
Relevantie voor onderzoekO O O O O
Relevantie voor groepsbehandelingO O O O O
Relevantie voor teamcoachingO O O O O
Relevantie voor groepsdynamicaopleidingO O O O O
Relevantie voor groepstherapieopleidingO O O O O
Relevantie voor KP opleidingO O O O O